Hoewel er nog geen politieke consensus is over de plannen, hebben verschillende makelaars hun klanten al aangeschreven om hen op de hoogte te brengen van die mogelijk laatste kans. Volgens een rondvraag leidt dat voorlopig niet tot extra inschrijvingen, maar wie beslist nog snel een contract af te sluiten, let het best op vijf zaken.
1. Looptijd contract
Een contract langetermijnsparen kunt u afsluiten tot de leeftijd van 64 jaar. De eindvervaldag van het contract kunt u zelf kiezen. Daarmee onderscheidt het langetermijnsparen zich van het pensioensparen, waarmee u maar tot uw 64ste fiscaal voordelig kunt sparen.
Er zijn wel voorwaarden. Het contract moet minstens tot de leeftijd van 65 jaar lopen en minstens een looptijd van tien jaar kennen. Wie zijn contract vóór zijn 55ste afsluit, betaalt een eindbelasting van 10 procent op 60-jarige leeftijd. Wie dat doet tussen 55 en 64 jaar betaalt de eindbelasting op het moment dat het contract tien jaar loopt. Zodra de eindbelasting betaald is, kunt u bij de meeste verzekeraars uw geld kosteloos opvragen, ook al loopt uw contract nog langer.Zodra de verschuldigde belasting is geheven, kan de klant de reserve op zijn contract op om het even welk moment opvragen, zonder fiscale penalisatie en zonder kosten.
‘Zodra de verschuldigde belasting is geheven, kan de klant de reserve op zijn contract op om het even welk moment opvragen, zonder fiscale penalisatie en zonder kosten. Hij moet dus niet wachten tot de einddatum van het contract’, zegt Gerrit Feyaerts, woordvoerder van AG Insurance. Ook bij Vivium kunnen contracten langetermijnsparen afgekocht worden zonder uitstapkosten. ‘De voorwaarde is wel dat de opname gebeurt na de wettelijke pensioenleeftijd en op voorwaarde dat het contract al minstens tien jaar loopt', zegt woordvoerder Julien Hayen. 'Ook een gedeeltelijke opname is mogelijk zonder kosten.’
Bij het afsluiten van een contract zet u de eindvervaldag dus maar beter zo laat mogelijk. Bij verschillende verzekeraars kan dat zelfs tot uw 99ste. Dan kunt u zo lang u dat wenst fiscaal voordelig storten. Bovendien bent u door de lange looptijd minder onderhevig aan de grillen van de beurs en kunt u het contract op een gunstig (beurs-)moment afkopen.
Hou er wel rekening mee dat de voorwaarden per verzekeraar kunnen verschillen. Een vervroegde afkoop gaat soms wel gepaard met kosten. Vooraf informeren is de boodschap. ‘De mogelijkheid tot afkoop en de eventuele kosten die erbij horen, worden het best besproken in het agentschap’, meldt Belfius, waar contracten voor langetermijnsparen tot de leeftijd van 80 jaar kunnen.
Ook belangrijk is dat sommige contracten een minimale jaarlijkse storting eisen. Bij Baloise is dat 600 euro per jaar, of 50 euro per maand. Die minimale storting is belangrijk als u voor een extra lange looptijd kiest.
2. Maximale storting
Een lange looptijd van het contract is één zaak, maar dat betekent niet dat u eindeloos van het maximale fiscale voordeel kunt profiteren. De maximale storting die in aanmerking komt voor het fiscaal voordeel hangt ook af van uw inkomen en van de leningen die u hebt lopen.
Wie helemaal geen belastbare inkomsten heeft, kan geen fiscaal voordeel genieten als hij aan langetermijnsparen doet. Wie het maximale bedrag van 2.350 euro wil storten en nog aan het werk is, moet grofweg meer dan 3.450 euro bruto per maand verdienen. Wie gepensioneerd is en van zijn wettelijk pensioen nog iets kan opzijzetten, kan ook aan langetermijnsparen doen. Maar het bedrag dat u maximaal kunt storten ligt mogelijk lager dan 2.350 euro, afhankelijk van het wettelijk pensioen dat u opstrijkt. Laat vooraf uitrekenen welk bedrag u maximaal kunt storten, ook na uw pensioen.
Wie het maximale bedrag van 2.350 euro wil storten en nog aan het werk is, moet grofweg meer dan 3.450 euro bruto per maand verdienen.
Het fiscaal voordeel van langetermijnsparen zit in dezelfde korf als de woonleningen die in Vlaanderen vóór 2016 (in Brussel vóór 2017) werden afgesloten voor de eigen woonst en van de leningen die afgesloten werden voor een tweede woonst. Wie zo’n lening heeft lopen en de kapitaalaflossingen aangeeft in zijn belastingaangifte, heeft vermoedelijk geen ruimte meer om aan langetermijnsparen te doen.
Op de storting ontvangt u een belastingvermindering van 30 procent. Voor de maximale storting van 2.350 euro in 2023 recupereert u 705 euro.
3. Begunstigde
Typisch aan een verzekeringscontract is dat u zowel een verzekeringnemer, een verzekerde en een begunstigde moet vastleggen. Bij langetermijnsparen bent u zelf de verzekeringnemer, de verzekerde en de begunstigde bij leven. U moet ook aangeven wie het opgebouwde kapitaal krijgt als u voor de vervaldag van het contract overlijdt. Die begunstigde moet ofwel uw echtgenoot, uw wettelijk samenwonende partner of een familielid tot de tweede graad zijn. Het gaat dan om kinderen, kleinkinderen, ouders, grootouders, broers en zussen.
De begunstigde bij overlijden moet ofwel uw echtgenoot, uw wettelijk samenwonende partner of een familielid tot de tweede graad zijn.
Wie geen familieleden in die graad van verwantschap heeft, kan dus niet aan fiscaal langetermijnsparen doen. Feitelijk samenwonende partners komen ook niet in aanmerking. Let wel, die constructie ontslaat de begunstigde niet van erfbelasting als u voor de contractdatum overlijdt.
Bij het kiezen van de begunstigden is het aan te raden de formulering zo te kiezen dat u het contract niet telkens moet aanpassen als uw familiesituatie wijzigt. U kunt ook een volgorde bepalen van begunstigden. Dat voorkomt dat een aanpassing vergeten raakt bij een gewijzigde familiesituatie.
4. Risico of geen risico?
Een belangrijke keuze is die tussen tak21 en tak23. Die bepaalt waarin uw spaargeld belegd wordt en hoeveel risico u neemt. Bij tak21 neemt u geen risico en gaat u voor een gegarandeerd rendement. Boven op dat gegarandeerde rendement krijgt u een winstdeelname die afhangt van de prestatie van de financiële markten.
Door de gestegen rentes zijn de gegarandeerde rentes alweer een stuk boven 0 procent uitgestegen. Bij de marktleider AG Insurance en bij KBC Verzekeringen is dat 1,5 procent. Vivium/P&V verhoogt op 30 april de gegarandeerde rente van 1,2 naar 1,7 procent. Bij Baloise bedraagt de gegarandeerde rente momenteel 1,6 procent, bij Federale Verzekering is dat 1,25 procent en bij Argenta 1,2 procent.
Er zijn ook verzekeraars die 0 procent gegarandeerde rente bieden, maar dat compenseren met een hogere winstdeelname. Dat is het geval bij Allianz, waar het globale brutorendement in 2022 op 2 procent uitkwam. Ook NN biedt 0,01 procent gegarandeerde rente met een hogere winstdeelname.
Wie op zoek is naar een potentieel hoger rendement, kan ook terecht bij de tak23-fondsen. Dat zijn beleggingsfondsen die in aandelen en/of obligaties beleggen. Het risico ligt hoger, waardoor er ook kans is op verlies. Athora heeft het grootste tak23-aanbod voor langetermijnsparen. U kunt kiezen uit 50 fondsen.
De keuze voor tak21 of tak23 is bepalend voor de rest van de looptijd van het contract. Overstappen van tak23 naar tak21, bijvoorbeeld als u dichter bij het moment komt dat u uw geld wilt opnemen, is binnen hetzelfde contract niet mogelijk. Verschillende verzekeraars hebben in hun tak23-aanbod ook defensieve fondsen, zodat een switch van het ene naar het andere fonds ook een manier kan zijn om uw geld aan minder risico bloot te stellen.
Sommige verzekeraars bieden ook tak44-formules aan. Die vormen een combinatie van tak23 en tak21, waarin u de mogelijkheid hebt om flexibel de gewichten van beide aan te passen. Dat is bijvoorbeeld het geval voor het Save Plan van Baloise.
5. Kosten
Een belangrijk element bij langetermijnsparen zijn de kosten. Bij elke storting betaalt u sowieso een verzekeringstaks van 2 procent aan de fiscus. Daarnaast zijn er de instapkosten voor de verzekeraar of de makelaar. Onderhandel erover, want soms kunnen ze oplopen tot 6 procent of meer. Dergelijke hoge kosten zijn zelfs over een lange looptijd nauwelijks te recupereren.
Ook moet u rekening houden met de beheerskosten. Bij tak21-fondsen zijn die doorgaans beperkt, maar voor tak23-fondsen is het opletten voor dubbele beheerskosten. De verzekeraar rekent beheerskosten aan, en als het tak23-fonds onderliggend belegt in een bancair fonds, moet u de beheerskosten van dat fonds er ook nog bijtellen. Vaak komt u dan al snel aan jaarlijkse kosten die fors boven 2 procent liggen.
Door een kronkel in de wet is de storting die u op 54-jarige leeftijd doet bepalend voor de stortingen die u de volgende jaren kunt doen. Het komt erop neer dat u na uw 54ste geen hoger bedrag kunt storten dan het bedrag dat u gestort hebt in het jaar dat u 54 werd. Doet u dat wel, dan wordt u zwaarder belast omdat het moment van taxatie zal opschuiven tot tien jaar na die verhoging.
Wie problemen wil voorkomen, stort het best in het jaar waarin hij 54 jaar wordt een bedrag dat hij ook de komende jaren minstens wil storten. Ook premieverhogingen na 65 jaar zijn uit den boze. Omdat het wettelijk niet mogelijk is een langetermijnspaarcontract aan te gaan na uw 65ste verjaardag, worden premieverhogingen na 65 jaar niet toegestaan.
Bron: de tijd